Zoals ik al bij enkele vorige opdrachten heb gedaan, heb ik hier ook het lot laten beslissen en de eerste 3 woorden of onderwerpen die ik tegenkwam waren: kaas, ijsbeer en doping.
Het eerste kwam mij tegemoet op een folder van een supermarkt. Voor de liefhebbers, de Chaume staat in korting. Of stond in korting. Ik ben niet de persoon die zijn reclamefolders wekelijks doorneemt dus de kans is groot dat deze promotie dateert van voor de feestdagen.
Daarna kwam ik een foto tegen van een ijsbeer die ons bedankt. Blijkt dat 3 oliereuzen ervan afzien om op de Noordpool naar olie te gaan boren. Nieuws dat we alleen maar kunnen toejuichen.
Doping kwam ik tegen in een titel boven een artikel over Mark Cavendish die van een journalist de vraag kreeg of hij zeker was dat alle renners dopingvrij waren. Waarop Cavendish zei dat je nooit 100 % zeker van iets kan zijn. Zoals de journalist ook niet 100 % kon zijn dat zijn vrouw op diezelfde moment niet bij een andere man zat. Cavendish vs journalist: 1-0.
Ik wil even teruggaan naar een vrijdagavond begin december 2001. Ik was 16 jaar en werkte sinds een jaar als afwasser in een plaatselijk restaurant. Ik mocht vanaf mijn 16de verjaardag wekelijks uitgaan dus een klein extra inkomen om dat te bekostigen was welkom.
Het was de gewoonte dat we op vrijdag na school met de vrienden even iets gingen drinken. Die avond vertrok ik rond 17u naar huis zodat ik nog net de tijd had om mij thuis om te kleden en naar het restaurant te vertrekken, waar mij een gruwelscenario wachtte, maar daar kom ik later op terug.
Toen ik jong was, was ik op 1 vlak een moeilijk kind. Ik lustte veel voedingswaren niet. Heel veel groenten als witloof, spruitjes of tomaten waren niet aan mij besteed, net als verschillende soorten vlees, vis en schaaldieren. Toen ik in de horeca begon te werken, had ik mij voorgenomen hier iets aan te doen. Elke dag proefde ik iets nieuw. Er bleef altijd wel ergens een restje van een saus, of groentjes of wat dan ook over in de potten en pannen en dan proefde ik dat. Met succes. Na nog geen half jaar zag mijn menu er al helemaal anders uit en ik blijf tot op de dag van vandaag nieuwe dingen proeven en uitproberen.
Jammer genoeg is er 1 ingrediënt dat mij parten blijft spelen: kaas. Gesmolten Emmental bij pasta, gesmolten Mozzarella op een pizza en zelfs sommige kaassauzen vind ik lekker. Maar gewone rauwe kaas krijg ik niet naar binnen. Ik vind dit zelf heel jammer want ik vind sommige kazen er echt smakelijk uitzien, tot ik eraan ruik of ervan proef.
Terug naar december 2001. Zoals eerder vermeld proefde ik elke avond iets waar ik geen fan van was en de collega’s wisten dit ook. Bij de suggestie’s van de week stond Filet Pur met Roquefortsaus. Omdat sommige kaassauzen mij wel smaakten en ik nog nooit Roquefortsaus gegeten had, schotelde de chef mij daar een klein potje van voor. De geur die mij tegemoet waaide had mij op andere gedachten moeten brengen, maar aangezien andere kaassauzen soms ook fel ruiken beet ik door.
Ik ga niet in detail beschrijven wat er gebeurde na het eten van die eerste eetlepel saus, maar feit was dat ik het warm en koud tegelijk kreeg, de wereld rondom mij begon te draaien en de pasta die ik eerder die avond gegeten had het inwendige voor het uitwendige verwisselde.
Overbodig om er nog bij te vermelden dat mijn werk er op zat voor die avond. Ik pakte mijn jas en sprong op de fiets richting huis. Natuurlijk vroor het ook nog eens dat het kraakte die avond. Voor een mens die het al koud krijgt als hij op televisie de ijsberen hun traditionele nieuwjaarsduik ziet doen, allerminst aangenaam. Daar kwam nog bij dat ik niet de allerbeste fietser ben als het op stuurmanskunst aankomt.
En zoals 1 + 1 altijd 2 is, kon deze fietsheld de eerste bevroren plas nog wel ontwijken, maar stuurde hij zijn tweewieler enkele seconden later vakkundig richting plas nummer 2 met een spontane neerwaartse beweging en een dozijn schaafwonden tot gevolg.
1 lichtpuntje, door de adrenaline na de val, was mijn misselijkheid weg. Aangezien ik ervan moest profiteren nu ik eens een vrijdagavond vroeg klaar was, besloot ik nog langs ‘t Licht, het jeugdhuis, te gaan. Het plan om maar even te blijven, werd door de aanwezige vrienden al snel naar de prullenmand verwezen en rond 4 uur ‘s nachts verliet ik in licht beschonken toestand het etablissement richting thuisbasis, bevrijd van alle pijn.
En hoewel het niet op de lijst van verboden middelen staat, ben ik er sinds die avond heilig van overtuigd dat Jupiler de beste doping en pijnstiller is. Slechts enkele uren na mijn doodsmak voelde ik mij terug goed en kon ik de wereld aan. (Of toch voor even).
En zeg nu zelf, moesten Armstrong en Pantani zich vroeger tijdens de Tour de France hebben laten gaan met Jupiler in plaats van EPO, had de koers er toch veel boeiender uitgezien.
Gebruik de volgende 3 woorden en schrijf er een post over: ? ? ? #iifybe #elkedageenpost #schrijven